Federatie Particulier Grondbezit

Boeren beheren natuurgebieden

Boeren beheren natuurgebieden 


Agrarische bedrijven verrichten opvallend vaak beheertaken in natuurgebieden. Het gaat om 150.000 hectare natuurgebied, een groter gebied dan bijvoorbeeld het bezit van Natuurmonumenten à 105.000 hectare. Vijfduizend bedrijven zijn actief in natuurbeheer, met begrazing als meest voorkomende activiteit. Deze bedrijven doen het relatief goed en hebben daarom volgens onderzoekers van Alterra toekomstperspectief. De onderzoekers zien mogelijkheden voor boeren om via innovaties hun rol voor de biodiversiteit te versterken. Bron: Alterra-rapport 2436: ‘Agrarische bedrijfsvoering en biodiversiteit’, juni 2013, Dick Melman e.a, edepot.wur.nl/258725.

Een aansprekend voorbeeld ligt in Noord-Brabant. Natuurgebieden van Staatsbosbeheer omgeven een enclave landbouwgrond. De boer wil zijn bedrijf voortzetten. In ruil voor aanpassing van de bedrijfsvoering heeft Staatsbosbeheer aangeboden dat hij de aanliggende terreinen van Staatsbosbeheer mag beheren. Twee partijen tevreden. Er is geen geld nodig om de boer uit te kopen, laat staan te onteigenen. Het bedrijf belast niet langer de natuur er om heen. Bovendien kan de boer zijn terreinkennis inzetten voor een duurzame inkomstenbron.

Een ander voorbeeld van natuurbeheer door boeren is een vierjarige Green Deal met 9 veehouders onder de naam Natuurlijk Boeren, Samen Ondernemen in Landbouw en Natuur. Uit het project Natuurlijk Boeren blijkt dat in het natuurgebied Gement en Den Opslag bij Hilvarenbeek het aantal plantensoorten en het aantal weidevogels is gestegen. Zo steeg het aantal grutto’s van 44 (2011) naar 62 (2015). Ook bijzondere florasoorten, zoals orchideeën, parnassia en Spaanse ruiter, bleken zich gunstig te ontwikkelen Tijdens de slotbijeenkomst voorjaar 2017 toonden alle deelnemers zich enthousiast over deze samenwerking.
Het natuurgebied Gement en Den Opslag is een belangrijke weidevogelkern in Noord-Brabant. Het  gaat om gemakkelijk beheer zoals flora- en faunarijk grasland en beheer in moeilijke, kwetsbare natte percelen. Een voordeel voor de boeren is dat zij bijproducten van het beheer, zoals maaisel, gemakkelijk kunnen inzetten in hun bedrijf als veevoer, strooisel of bodemverbetering. Dit bespaart transport en uitstoot van CO2 en draagt bij aan de extensivering in dit agrarische gebied. In het evaluatierapport staan meer voordelen. Het rapport is op te vragen bij het Louis Bolk Instituut, 0343-523.860 of via info@louisbolk.nl.
Het grootste pluspunt blijkt het maatwerk door de boeren. Door hun nabijheid en alertheid op gunstige weersomstandigheden kunnen ze per perceel het beste beheer en de beste timing kiezen. Dat leidt tot een mozaïekpatroon van gemaaide en niet-gemaaide percelen. “Natuurbeheerders hebben goud in handen als ze samenwerken met gemotiveerde boeren”, stelt Udo Prins, projectbegeleider van het Louis Bolk Instituut. “Beiden hebben baat bij een meerjarenvisie op natuur en kwetsbare percelen. Het beheer wint aan kracht als agrarische ondernemers de natuur weten te integreren in hun bedrijfsvoering.”
Het project Natuurlijk Boeren, Samen Ondernemen is uitgevoerd van 2013 tot eind 2016 met negen veehouders, leden van de Vereniging Natuurboeren De Hilver,  Staatsbosbeheer, Brabantse Milieufederatie, BION Food & Agriculture en het Louis Bolk Instituut. Zij willen de samenwerking voortzetten en uitbreiden met De Reuselhoeve en lokale bewoners.

Begrazing kan ook een rol spelen bij nieuwe natuur. InnovatieNetwerk ontwikkelde daarvoor het concept Buitenbief dat twee werelden combineert: de efficiëntie van de reguliere vleesproductie en de landschapsbijdrage van vlees dat geoogst wordt van nagenoeg in het wild levende kuddes. Productie vindt plaats op gronden met een landbouwbestemming. Door de kleine veedichtheid en de natuurlijke begrazing ontwikkelt zich daar subsidievrij natuurlijk landschap. Bij een marktaandeel van 2,5% levert dat 20.000 hectare extra natuurlijk landschap op, zonder subsidie. Zie: innovatienetwerk.org/nl/bibliotheek/nieuws/1039/062014200000hasubsidievrijenatuur.html. Het ministerie van Economische Zaken heeft InnovatieNetwerk medio 2016 opgeheven. Een deel van de projecten loopt door via de Kennis- en Innovatieagenda van het Directoraat-Generaal Agro&Natuur. Daaronder vallen drie strategische kennis- en innovatieprogramma's, te weten Voedsel, Ketens en Natuurlijk Kapitaal.

natuurlijke begrazingNatuurlijke begrazing tussen Delft en Ypenburg. Foto: Fabio Bruna / Flickr

 

1. Concessies voor boeren en burgers


Boeren en burgers onderhouden landschapselementen, zoals houtwallen, singels, slootkanten, maar ook grotere eenheden zoals heides en natuurgraslanden. Zulke concessies kennen drie richtingen: (1) Groepen burgers en boeren kopen samen een gebied en gaan het samen beheren. Ze sluiten vervolgens een contract met de overheid waarin de eigenaren vastleggen welke doelen ze willen behalen. Naar een idee van Oene Gorter van landgoed Welna. (2) Natuurbezitters kunnen op hun beurt concessies geven aan boeren voor langjarig beheer waarmee de boer zekerheid krijgt over dit deel van zijn inkomsten en makkelijker een lening kan krijgen van banken. (3) Provincies en gemeenten faciliteren terreinbeheerders die concessies geven voor economische activiteiten binnen hun natuurgebieden om zo van ondernemers een vergoeding te krijgen. Aanbeveling van het Nationaal Groenfonds in het rapport Mogelijkheden voor private en maatschappelijke financiering voor natuur, augustus 2014. Zie: rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2014/11/03/mogelijkheden-voor-private-en-maatschappelijke-financiering-voor-natuur

Voorbeeld. Tussen Hattem en Wapenveld wordt 120 hectare agrarische grond omgezet naar natuur en beheerd door boeren. Acht organisaties en overheden hebben in september 2016 hun handtekening gezet onder de Samenwerkings­overeenkomst Hattemerpoort. De Gelderse Natuur en Milieufederatie heeft de regie over de uitvoering. De andere ondertekenaars zijn de gemeenten Hattem en Heerde, Geldersch Landschap & Kasteelen, Rijkswaterstaat, LTO Noord, waterschap Vallei & Veluwe en provincie Gelderland. Ook het toerisme krijgt een impuls, onder meer met een fietspad door de Hoenwaard. De doelen van de Samenwerkings­overeenkomst zijn natuurlijker beheer en nieuwe natuur in de uiterwaarden langs de IJssel. Bij Hattem wordt de Kanaaldijk autoluw gemaakt ten gunste van overstekende dieren. Bij het Apeldoorns Kanaal, ter hoogte van het voormalige BPF-terrein, komt voor dieren een plaats waar ze gemakkelijk het water uit kunnen. Op landgoed Petrea wordt de biodiversiteit versterkt en bij paardentrainingsstal de Gelderkamp wordt het particulier natuurbeheer bevorderd. Ook wordt gekeken naar herontwikkeling van de kampeer/recreatie­terreinen Kromholt en Ennerveld. Zie: Samenwerkingsovereenkomst Hattemerpoort en het Uitvoeringsprogramma Hattemerpoort 2015-2019. Bron: GNMF, 22/09/16.


2. Professionele natuurboeren 


Boeren die natuurgrasland willen beheren kunnen een cursus volgen. Enkele tientallen boeren hebben inmiddels een erkend diploma, wat ze kansen geeft in natuurgebieden van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. De cursus wil de samenwerking met terreinbeherende organisaties bevorderen, kennis en ervaring uitwisselen en samen tot betere resultaten komen, in bedrijfsvoering en in natuurwaarden. Het cursusprogramma Natuurbeheer en Ondernemerschap is het resultaat van samenwerking van Aeres Hogeschool Dronten (voorheen CAH Vilentum), HAS Hogeschool Den Bosch en stichting VanGroeneWaarde met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Een nevendoel van de cursus is om de samenwerking te verbeteren tussen boswachters en boeren. Daarom nemen vanaf eind 2016 ook medewerkers van Staatsbosbeheer deel aan de cursus. Zo leren zij meer over agrarisch ondernemen en ontstaat er wederzijds begrip. Staatsbosbeheer wil hiermee een beweging van ‘pachter tot partner’ op gang brengen.
Het cursusprogramma Natuurbeheer en Ondernemerschap biedt maatwerk door de opbouw in modules. Personaliseren van de cursus kan dus, afhankelijk van eigen ambities, oppervlakte van het land en lokale natuurdoelen. De Inleiding Natuurbeheer en Ondernemerschap is de kortste variant en duurt enkele dagdelen. Het complete aanbod staat op vangroenewaarde.nl. Bron: Imke Boerma, Staatsbosbeheer.
De eerste certificaten Natuurbeheer en Ondernemerschap zijn 21 juni 2016 bij Natuurmonumenten in ’s-Graveland uitgereikt aan 39 agrarische ondernemers. Tijdens de cursus leren ondernemers natuur- en landschapsdoelen op te nemen in de bedrijfsvoering en hoe ze met terreineigenaren mee kunnen denken om de doelen te realiseren. Bron: Natuurmonumenten, 21/06/16.
De basis van cursus en diploma heeft de toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma in 2012 gelegd. Zij stelde dat alle activiteiten die plaatsvinden in gebieden van Natura 2000 alleen door gecertificeerde personen uitgevoerd mogen worden. CAH Vilentum en de Beroepsvereniging Natuurboeren hebben toen samen een cursus natuurboer op HBO-niveau ontwikkeld. Zie: praedium.eu/portfolio/stichting-professionele-natuurboeren, pronabo.nl
Geert van der Veer, directeur stichting Vangroenewaarde: “Onze ambitie is om de tegenstelling tussen natuur en landbouw te verkleinen. Daarbij zijn boeren en terreinbeheerders die elkaars taal spreken en ondernemers die in en met de natuur werken van grote waarde.” Zie: vangroenewaarde.nl.
“Natuur en landbouw moeten elkaar meer opzoeken”, vindt Kirsten Haanraads, adviseur public affairs bij vereniging Natuurmonumenten. “Natuurorganisaties moeten stoppen met roepen dat alleen de boer moet veranderen.” Als voorbeeld van deze samenwerking noemt zij de HBO-cursus Natuurbeheer en Ondernemerschap. Natuurmonumenten zoekt nog meer samenwerking met boeren om goede producten uit natuurgebieden te halen. Zo onderzoekt de vereniging in het Vechtplassengebied een verdienmodel voor natuurgerichte agrarische productie, met gesloten kringlopen, koeien in de wei, oog voor natuurbeheer, waterberging en energie. Bron: Nieuwe Oogst, 07/04/16.
Staatsbosbeheer stelt vanaf 2021 voorwaarden aan het gebruik van natuurgrasland door grondgebruikers met een geliberaliseerd pachtcontract. Het volgen van één van de cursussen ‘Natuurbeheer en Ondernemerschap’ is één van de mogelijkheden om aan die voorwaarden te voldoen. Uitzonderingen blijven mogelijk, bijvoorbeeld voor kleine grondgebruikers of grondgebruikers die bijna stoppen met werken.
Via het subsidiestelsel Natuur en landschap (SNL) financieren de provincies driekwart van het natuurbeheer. Provincies eisen gecertificeerd beheer. Dus moeten de pachters volgens de SNL-richtlijnen beheren.

Voorbeelden 

  • Twee melkveehouders hebben in juli 2013 de Verklaring Natuurondernemerschap ondertekend voor behoud van de natuurwaarden in de Wilnisse Bovenlanden. De Verklaring is verder ondertekend door provincie Utrecht, Staatsbosbeheer, gemeenten De Ronde Venen en Nieuwkoop, waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Gebiedscommissie Utrecht-West. De Utrechtse gedeputeerde Bart Krol zei bij de ondertekening: “Ik ben trots op wat hier gebeurt in de Bovenlanden. Een grote nationale en internationale natuuropgave wordt hier gerealiseerd samen met twee ondernemers.”
    De Wilnisse Bovenlanden hebben een verbindende functie tussen de Nieuwkoopse en de Vinkeveense Plassen. Het gebied valt binnen de herijkte Ecologische Hoofdstructuur (Natuurnetwerk Nederland). Het gebied ligt ten zuiden van Mijdrecht en Wilnis in gemeente De Ronde Venen. Het land ligt hoger dan de omringende polders.
    De stuurgroep van De Wilnisse Bovenlanden regisseert namens de Gebiedscommissie Utrecht-West dit gebiedsproject. Opdracht aan de stuurgroep is het opstellen van het Definitief Ontwerp voor de inrichting van het gebied met een zo groot mogelijk draagvlak van agrariërs en bewoners. Eerder heeft deze stuurgroep ook het Voorlopig Ontwerp opgesteld, eveneens samen met betrokkenen. Bron: provincie Utrecht. Zie: utrecht-west.com/nieuws/213222.aspx?t=natuurondernemerschap+wilnisse+bovenlanden+stap+dichterbij
  • Na een openbare aanbestedingsprocedure koos provincie Zuid-Holland Wim van Rijn van boerderij ’t Geertje in Zoeterwoude tot de nieuwe beheerder van natuurgebied Noord Aa. Dit is de eerste keer dat de provincie natuurbeheer heeft aanbesteed. Extra bijzonder, omdat juist een particulier de aanbesteding wint. Natuurgebied Noord Aa ligt direct naast boerderij ’t Geertje. Van Rijn gaat zes jaar zorgen voor behoud van de natuurwaarden en toegankelijkheid voor recreanten. Het gebied blijft eigendom van de provincie. De Noord Aa is een van de 26 recreatiegebieden waarvan de provincie inmiddels het beheer heeft overgedragen.

noordaa

Recreatiegebied Noord Aa bij Zoeterwoude. Wim van Rijn van boerderij ’t Geertje doet zes jaar lang het beheer van natuur en recreatie. Foto: Bert Remmerswaal / Flickr

 

3. Beheer financieren door natuurboeren 

 

De Overijsselse stichting Natuurboer uit de Buurt zorgt met de verkoop van koeien- en lamsvlees voor financiering van natuurbeheer. De boeren werken voornamelijk met oud-Hollandse runderrassen die grazen op natuurterreinen. De boeren zijn SKAL-gecertificeerd, dus het vlees is biologisch. Vleesgrossier Groothedde uit Vaassen zet natuurvlees af in de retail. De firma is partner in het project 'Natuur naar de markt'. De stichting Natuurboer uit de Buurt werkt in dat project samen met Landschap Overijssel, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Die organisaties zien mogelijkheden om met professionele natuurboeren hun natuur efficiënter te beheren. Het project ‘Natuur naar de markt’ krijgt financiële steun van provincie Overijssel. De natuurboeren hebben een kennisnetwerk opgericht. Een kerngroep heeft de twintigdaagse cursus natuurboer gevolgd op CAH Vilentum in Dronten. Zie: multifunctionelelandbouw.net/nieuws/natuurboeren-financieren-natuurbeheer-met-productie#sthash.zvzBvmhv.dpufpaulterwan.nl/pdf/Natuurbedrijven%20-%20successen%20en%20knelpunten%20(2014).pdf en natuurboeren.nl.


4. Beheer door agrarische natuurvereniging


De agrarische natuurvereniging (ANV) Horst en Maten beheert sinds 2012 duizend hectare natuurreservaat Olde Maten en Veenslootlanden van Staatsbosbeheer tussen Hasselt, Zwartsluis, Staphorst en Rouveen volgens een langjarig contract. Provincie Overijssel zorgt voor de beheervergoedingen, schrijft Staatsbosbeheer in een nieuwsbericht. “Op deze manier krijg je een sterke verankering van het natuur- en landschapsbeheer in de streek. Dat is een dikke plus”, zegt Albert Corporaal, voorzitter ANV Horst en Maten en in dienst bij Alterra Wageningen UR. Daarnaast draagt het bij aan een verdere ontwikkeling en professionalisering van de jonge ANV. Ander voordeel voor de boeren is dat zij een extra afzetmogelijkheid krijgen voor mest. “We onderzoeken of we drijfmest kunnen mixen met organisch materiaal uit het natuurgebied om zo een dikkere fractie te krijgen”, vertelt de ANV-voorzitter.
Staatsbosbeheer en agrarische natuurvereniging Horst en Maten hebben de afspraken over financiën en natuurbeheer voor alle partijen vastgelegd in een gezamenlijk beheerplan. De agrarische natuurvereniging treedt op als belangenbehartiger van de individuele boeren en ziet er op toe dat het beheer aan de kwaliteitseisen blijft voldoen. Staatsbosbeheer blijft actief in het gebied met voorlichting, monitoring en educatie. Bron: Staatsbosbeheer, 08/04/16.
De betrokkenheid van de boeren groeit omdat dit ooit hun grond was. Mochten er te weinig boeren mee willen doen, dan gaat een werkploeg van de ANV aan de slag met tien medewerkers. Bron: Inzicht in Natuur, lente 2012, magazine van SBNL en APnl.


5. Beheer door landgoedeigenaren


De eigenaren van landgoed Blanckenborch in het Groningse Haren, Cor Buist en Wicoja Koudijs, onderhouden nabijgelegen gebieden van terreinbeherende organisaties. Zij verhuren arbeid, machines en vee zoals zeshonderd stamboek-limousins en een paar Schotse Hooglanders. In totaal hebben ze 1300 hectare in beheer of erfpacht van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Ze verzorgen onder meer maaibeheer, begrazing en het schonen van sloten. Aanvankelijk stonden daar geen inkomsten tegenover, maar inmiddels zijn er betere afspraken en brengt de samenwerking met Natuurmonumenten ook geld op. Voor het beheer huren Buist en Koudijs soms zelf machines en zetten loonwerkers in. Inmiddels zijn Buist en Koudijs, voorheen eigenaar van een groot schildersbedrijf in Groningen, actief op Blanckenborch, biologische vleesveebedrijven Madijk in Eelderwolde en ’t Hoogeveld in Eelde. In het verschiet ligt uitbreiding naar 1500 hectare.


6. Beheer door schapen


Onderneming De Wassum van Sjraar van Beek heeft schaapskuddes te huur voor eigenaren van heideterreinen. Het principe van geld verdienen met een grazende schaapskudde is simpel: de kudde levert in het voorjaar, de zomer en de herfst geld op, omdat de schapen betaald grazen. In die drie seizoenen verdient de schaapherder het geld voor de winter, voor het voer voor de drachtige schapen op stal en de lammertijd. Bron: ‘Schaapherder en natuurbeheer’: groenkennisnet.nl/dossiers/Pages/Schaapherder-en-natuurbeheer.aspx en Vakblad Natuur, Bos, Landschap, februari 2010.

Ander voorbeeld: Roelof Kuipers onderhoudt als loonwerker het Oost-Achterhoekse coulisselandschap. Hij doet dat in opdracht van waterschap Rijn en IJssel, gemeenten, Natuurmonumenten, Geldersch Landschap en de Regio Achterhoek, met een kudde van driehonderd schapen, zelf gefokt uit diverse landrassen. Kuipers werkt samen met de vereniging Particulier Agrarisch Natuurbeheer Winterswijk (PAN). Op begraasde terreinen komen de klokjesgentiaan terug en breiden de orchideeën zich flink uit. Bron: ‘Landschappelijk ondernemen in de Achterhoek – Anne Oosterbaan en André Kaminski, uitgeverij Alterra, februari 2013.

7. Beheer door koeien


De Rotterdamse groothandel Kruidenier Food Services, actief in heel Nederland, steunt melkveehouders die overstappen op blaarkopkoeien voor melk- en vleesproductie. Deze koeien zijn geschikt voor veenweide met verhoogd waterpeil. Voor dit landschapsbeheer bestaan subsidiemogelijkheden. Kruidenier experimenteert daarnaast met het benutten van groente- en fruitafval als voer voor de blaarkoppen. Uit: Groen, vakblad voor ruimte in stad en landschap, april 2013, nummer 4.

Sinds voorjaar 2016 grazen 12 brandrode runderen in het nieuwe natuurgebied Hemelrijkse Waard bij Oss. Deze vleeskoeien van een oud-Hollands ras houden het landschap open. De koeien zijn eigendom van een veehouder uit Oss. De maasuiterwaard Hemelrijkse Waard is sinds 2015 een natuurontwikkelingsgebied van Natuurmonumenten. Volgens planning is eind 2016 de inrichting van de riviernatuur klaar, met geulen, eilanden en een halfopen landschap. Bron: Natuurmonumenten, 09/05/16. Zie: natuurmonumenten.nl/nieuws/ruige-riviernatuur-krijgt-de-ruimte-bij-de-hemelrijkse-waard.


8. Beheer door varkens


Negen roodharige Tamworth varkens gaan verwilderd robiniabos onderhouden in de buurtschap Tronde, even ten noorden van het Friese dorp Elsloo. Zij moeten zorgen dat de ondergroei van brandnetels, pitruspollen en ander onkruid verdwijnt. De varkens zijn afkomstig van natuurbeheerbedrijf De Woeste Grond uit Ravenswoud. Blijkt de inzet van de dieren succesvol, dan volgt mogelijk een uitbreiding van hun aantal.

De Drentse gemeente Borger-Odoorn heeft varkenshouder Hempen uit Valthermond ingehuurd in de strijd tegen de oprukkende berenklauw. De varkens worden ingezet op een strook struikgewas langs de doorgaande weg tussen Valthermond en Valthe. Maaimachines kunnen daar niet komen. Het gaat om een proef van een half jaar. Mogelijk worden de varkens daarna ook elders in de gemeente ingezet. Berenklauw overwoekert andere planten. Bovendien kunnen mensen bij aanraking brandwonden krijgen. In open gebieden kan berenklauw met intensief maaien bestreden worden. Maar tussen struikgewas en in bos gaat dat niet. "De varkens eten plant, wortels en zaadknoppen”, zegt Hempen, “een effectieve bestrijdingsmethode." De varkens lopen niet weg omdat er schrikdraad staat gespannen. Bij slecht weer kunnen ze schuilen in een hok. Bron: RTV Noord, 23/11/16. Zie: dewoestegrond.nl.


9. Weidevogelbeheer zonder subsidie

 
Het Wereld Natuur Fonds (WNF) ontwikkelt sinds 2015 met FrieslandCampina en de Rabobank een proef met weidevogelbeheer. De coöperatie FrieslandCampina overweegt leden die vrijwillig deelnemen een opslag te geven op de melkprijs, betaald uit een Duurzaamheidsfonds. Rabobank denkt hen korting te kunnen geven op hun financieringslasten. Bron: De Boerderij, 20 januari 2015. Zie: boerderij.nl/Rundveehouderij/Nieuws/2015/1/FrieslandCampina-Geen-aparte-zuivel-van-weidevogelmelk-1687930W/

FrieslandCampina, Rabobank en WNF hebben samen met het Louis Bolk Instituut een biodiversiteitsmonitor ontwikkeld.  Boeren kunnen daarmee in beeld brengen welke maatregelen de melkveehouderij kan nemen om de biodiversiteit te beschermen. De biodiversiteitsmonitor wordt in het najaar van 2017 uitgerold om in de praktijk verder te ontwikkelen.
De biodiversiteitsmonitor laat de boer zien welke positieve effecten maatregelen hebben voor het landschap, weidevogels en andere boerenlandsoorten, maar ook welke aanpak leidt tot een gezonde bodem en minder uitstoot van broeikasgassen. Bovendien ziet de melkveehouder welke maatregelen goed uitpakken voor zijn bedrijf. Kruidenrijk grasland is bijvoorbeeld goed voor grutto's én een gezonde voedselbron voor koeien.
Rabobank, WNF en FrieslandCampina werken in het project Biodiversiteitsmonitor aan concrete aanbevelingen voor zuivelboeren. Het project is ondergebracht bij Duurzame Zuivelketen. Bron: Vogelbescherming Nederland, 8 april 2016. Zie: duurzamezuivelketen.nl/nieuws/informatiepakket-weidevogels-voor-vroege-weiders.
Melkveehouders die aantoonbaar goede prestaties leveren, krijgen hiervoor erkenning door gunstige rentetarieven van de Rabobank. FrieslandCampina gaat in het najaar van 2017 aan haar leden voorstellen om de biodiversiteitsmonitor op te nemen in het duurzaamheidsprogramma Foqus planet. Bron: Nieuwe Oogst 4 juli 2017. Zie:  nieuweoogst.nu/nieuws/2017/07/04/frieslandcampina-sluit-coalitie-voor-meer-boerennatuur?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=email&utm_campaign=nieuwsbrief-04-07-2017.

 

10. Weidevogelbeheer met subsidie


Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken geeft melkveehouders die hun koeien vroeg in het seizoen weiden eenmalig een premie van maximaal €700. Door vroeg te weiden en zo laat mogelijk het gras te maaien, krijgen weidevogels de kans te broeden en hun kuikens groot te krijgen. Daarnaast reserveert Van Dam per melkveehouder €50 voor het delen van kennis over weidevogelbeheer en vroeg weiden. Het geld is afkomstig van de Europese Commissie om veehouders te steunen. Alle deelnemers aan de vroeg-weidepremie krijgen een informatiepakket, samengesteld door Vogelbescherming Nederland. Het pakket bevat factsheets over grutto, kievit, scholekster, tureluur, zomertaling en slobeend. Daarnaast bevat het pakket informatie over bemesting, vernatting en kruidenrijk grasland. Zie: vogelbescherming.nl/vogels_beschermen/landelijk_gebied/weidevogels/factsheets.
Door vroeg te weiden, voor 15 april maar uiterlijk voor 1 mei, kan de boer de eerste maaisnede uitstellen. Scholekster en kievit maken graag gebruik van deze percelen, zeker gecombineerd met een greppel-plasdras of sloten met een tijdelijk verhoogd waterpeil. Het is pas veilig voor weidevogels als de nesten zijn uitgekomen en de kuikens ‘vliegvlug’ zijn.


11. Multifunctionele landbouw


Steeds meer boeren ontwikkelen inkomstenbronnen naast de landbouwproductie, zoals een winkel, streekeigen producten, natuurbeheer, camping, zorg en kinderopvang. Deze trend heet verbrede of multifunctionele landbouw (MFL). Verbrede landbouw past goed op landgoederen die de trend naar grootschaligheid willen vermijden. Ook natuurbezitters met boerenbedrijven profiteren van deze mogelijkheden.

zorgboerderij1

Paarden op zorgboerderij Moed en Vertrouwen bij Spijkenisse. Foto: Roel van Deursen / Flickr 

Een Taskforce presenteerde in april 2012 een eindrapport na een subsidie van €12 miljoen voor vijf jaar onderzoek. Prof. Han Wiskerke, Wageningen UR, auteur van een rapport met empirisch onderzoek naar 120 MFL-bedrijven, ontkracht zes mythes en concludeert:

  1. Multifunctionele landbouw (MFL) blijkt geen tweede keus en geen alternatief als schaalvergroting niet kan.
  2. De partner die er iets bij wil doen, kiest niet voor MFL.
  3. Verbrede landbouw is ook geen afbouwstrategie voor 55+’ers zonder opvolger.
  4. MFL blijkt ook geen eerste stap in de richting van de landbouw verlaten en later helemaal overstappen op recreatie of zorg.
  5. MFL heeft wel bedrijfseconomische betekenis.
  6. MFL biedt wel toekomst; verbrede landbouw vergroot zelfs het perspectief op overname of verkoop van het boerenbedrijf.

MFL zorgt voor 33% van de bedrijfsomzet en 40% van het gezinsinkomen. Dit bedrijfsmodel creëert werkgelegenheid en stopt dus de uitstroom van arbeid. Er zijn tientallen functies mogelijk en in vele vormen. In 2009 was 16% van de boerenbedrijven MFL. Van de biologische bedrijven was in 2009 60% MFL. De omzet van de verbrede landbouw groeit, van 2007-2009 met 28%. Het aantal personeelsleden groeit vrijwel even snel.
Streekeigen productie levert de grootste omzet per onderzocht MFL-bedrijf, namelijk gemiddeld €500.000. Kinderopvang levert bijna evenveel omzet op. Zorg, zoals begeleiding van patiënten die werken op de boerderij, levert gemiddeld €135.000 op per bedrijf. Verkoop van eigen groente en fruit aan huis komt gemiddeld op €125.000. Agrotoerisme scoort €37.000 gemiddelde omzet in 2009, agrarisch natuurbeheer €9000 en educatie €5.000.
Prof. Wiskerke onderscheidt vijf bedrijfsmodellen: (1) Het megabedrijf met veel activiteiten en veel personeel; (2) Het Walcherenmodel met gemengd bedrijf, kleinschalig, huisverkoop en toerisme zoals camping; (3) De doorstarter met werkervaring buiten de landbouw, ook wel uitgestelde bedrijfsovername genoemd; (4) De instromer zonder landbouwervaring; (5) De herijker die agrarische ontwikkeling extensiveert, zijn melkquotum verkoopt, op vleesvee overstapt en een deel van zijn grond verkoopt om te investeren in nieuwe activiteiten.
“Landgoederen zijn altijd al multifunctioneel geweest, maar lijken op achterstand te blijven in vergelijking met de snelle groei bij boeren. Landgoederen aarzelen om te investeren in nieuwe functies. Wellicht vanwege de wet van de remmende voorsprong.” Aldus Maarten Fischer, programmaleider Taskforce MFL, tijdens een symposium 15 juni 2011 op landgoed Mariënwaerdt in Beesd.
“MFL is nu nog primair een landbouwactiviteit. Dat zal zich ontwikkelen tot een gedifferentieerde vorm van ruraal ondernemerschap dat succesvol is in het exploiteren van de behoeften in de steden.” Aldus Herman Wijffels, hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering Universiteit Utrecht, tijdens hetzelfde symposium. Zie: multifunctionelelandbouw.net.

Belang van multifunctionele boer groeit; omzet in vijf jaar verdubbeld

De multifunctionele landbouw (MFL) in Nederland ontwikkelt zich in rap tempo met een omzetverdubbeling in de afgelopen vijf jaar tot €887 miljoen per jaar. Dat blijkt uit cijfers van Wageningen University & Research, gepresenteerd op 29 mei 2019 op de Dag van de Multifunctionele landbouw in Beesd, georganiseerd door LTO Nederland met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Ongeveer 25% van de Nederlandse boeren en tuinders pakt naast de akkerbouw, tuinbouw of veeteelt ook andere activiteiten op als zorglandbouw, kinderopvang, boerderijeducatie, boerderijverkoop, natuurbeheer en/of recreatie. Deze boeren worden vertegenwoordigd door LTO Multifunctionele landbouw, een apart platform binnen LTO Nederland.

c3895942-0f85-4da0-b6f3-f6485c0bd946_Infographic_WERC_MFL_CMYK_DEF_zonder titel_8173cb67_530x374Boerderijverkoop grootste. Circa 13.500 agrarische bedrijven – 1 op 4 - zijn actief in deze sector. Boerderijverkoop is met €271 miljoen de grootste activiteit, gevolgd door zorglandbouw (€250 miljoen) en recreatie (€221 miljoen). De agrarische kinderopvang realiseert €78 miljoen omzet en natuurbeheer €66 miljoen. Boerderijeducatie levert met minder dan €1 miljoen de kleinste bijdrage. De grootste stijging kwam tot stand in de zorglandbouw. Daar werd €155 miljoen meer omzet behaald, terwijl het aantal zorgboerderijen met 15% steeg.

De vraag naar MFL-boeren groeit. Uit een inventarisatie van LTO Nederland blijkt dat het aantal MFL-boeren in Nederland de komende jaren zal stijgen. LTO Nederland schat de totale omzetpotentie van MFL op €1,5 tot 2 miljard. Dat maakt dat MFL binnen en buiten de agrarische sector relevant is.

LTO Nederland gaat samen met LNV de potentie van de multifunctionele landbouw voor de agrarische sector verzilveren door het wegnemen van knelpunten en het creëren van ontwikkelruimte. Daarvoor stelde LNV op 29 mei 2019 het Platform Multifunctionele Landbouw in. Belangrijke knelpunten voor boeren zijn wet- en regelgeving, financiën, opvolging. In het Platform zitten gemeenten, ministerie van LNV en VWS, Nederlandse Vereniging van Banken, VLB, Wageningen University & Research, IPO en de Rijksbouwmeester. Arjan Monteny, voorzitter van LTO MFL, gaat dit Platform leiden.

12. Kunst en multifunctionele landbouw


Als het aan melkveehouder Arie van den Berg ligt moet Midden-Delfland de kunsthoek worden van Zuid-Holland. “Grote kunstwerken in het boerenlandschap, een mooie vorm van multifunctionele landbouw waarbij je mensen vanuit de stad naar het platteland trekt voor een ruimtelijke ervaring. Een interessante bedrijfstak voor de toekomst met realistische verdienmodellen.”
Arie van den Berg van Hoeve Ackerdijk heeft een biologisch melkveebedrijf in Schipluiden, gemeente Midden-Delfland, een klein dorp dat tegen Delft aanleunt. Samen met World Art Centre Delft (WAD) startte hij een ‘Land Art’ project. Het kunstcentrum en de agrarische ondernemer willen het mogelijk maken om kunst en platteland te combineren. “Je hoort vaak dat aan kunst niets te verdienen valt, maar dat is niet altijd waar.” Volgens Arie van den Berg zijn er meer manieren om een verdienmodel te maken met landschapskunst. “Je kunt denken aan grote kunstobjecten, kunst die niet zomaar in een gebouw past, gekoppeld aan een wandelroute. Je kunt daar geld voor vragen aan bezoekers, maar je kunt ook bedrijven en overheden vragen te sponsoren. Ten slotte kan het landschap een openlucht galerie vormen waar kunstwerken verkocht kunnen worden.” Zie: multifunctionelelandbouw.net.


13. Pilot met nieuw beloningsmodel

 

In Overijssel test Courage, samen met Landschap Overijssel en Nationaal Groenfonds, een nieuw beloningsmodel voor agrarisch natuurbeheer. De partijen begonnen in de zomer van 2016 aan de voorbereiding. Het idee is om prikkels te stapelen, zoals toegang tot grond, ruimte in de vergunning, punten in duurzaamheidsprogramma’s en korting op allerlei tarieven, meldt Courage in een nieuwsbrief. Landschap Overijssel, het Nationaal Groenfonds en Courage hebben subsidie gekregen voor een verkenning en het voorbereiden van een pilot. Het eerste werk dat op de agenda staat, is het ontwikkelen van een grondbank. De projectpartners gaan daarvoor in gesprek met zowel private als overheidspartijen. Bij private partijen denken zij aan investeringsmaatschappijen, families en kerken. Ook kijken zij naar wat de provincie aan grond beschikbaar heeft.
Melkveehouders kunnen deelnemen aan maatregelen die positief zijn voor biodiversiteit en krijgen daarvoor een vergoeding. Die vergoeding komt tot stand via een brede coalitie met partijen als Fonds LTO Noord, Landschap Overijssel, Nationaal Groenfonds, provincie Overijssel en het ministerie van Economische Zaken.
Hans de Haan, namens Courage projectleider van Dairyland Stewardship Council (DSC). “In mijn professionele leven heb ik al twee keer eerder aan de wieg gestaan van gamechangers, de biomassacentrale in Moerdijk en het Beter Leven Keurmerk van Dierenbescherming. Daarom ben ik zo enthousiast. Dit is weer een project dat de boel omgooit.”
“Waarom ben ik overtuigd? We hebben het plan nu op tien plaatsen gepresenteerd. We vragen niet om bijval, maar dagen de experts uit: schiet het maar lek! Dat is niet gelukt. Zwakke plekken zijn niet gevonden. Met de pilot kunnen we in de praktijk laten zien dat het werkt. Ik weet zeker dat dit de basis is voor een systeem dat zorgt dat natuur- en landschapsbeheer er over een aantal jaren anders uitziet”, aldus Hans de Haan. Met de pilot willen de partijen toetsen of het mogelijk is een beloningssysteem te ontwikkelen waarmee natuur en landschap echt een inclusief onderdeel worden van het bedrijfssysteem. De komende maanden wordt het concept verder ontwikkeld en zal in Overijssel een concrete pilot worden voorbereid. Bron: Stichting Courage, nieuwsbrieven juli 2016 en 26/01/17. Zie: courage2025.nl/projecten/dairyland-stewardship-council-een-nieuw-sturingsmodel-voor-landschapsbeheer?tab=3 en http://edepot.wur.nl/399954.


14. Kennis en ervaring op de markt brengen


Wie natuur beheert, heeft veel kennis en ervaring die geld waard is voor mensen die hun tuin of hun natuurbezit biodiverser willen maken. Buiting Advies had in 2013 een website die deskundigen verbindt met leveranciers van bijvoorbeeld vleermuiskasten en hoveniers voor aanleg van poelen aan particulieren die advies willen, producten en diensten. De site bood ook een kaart die toont waar adviezen zijn uitgevoerd. Begin 2014 bestond alleen een Twitter-account: @IkMaakNatuur.