Federatie Particulier Grondbezit

Minder EU-geld, meer onzekerheid voor boeren

July 17, 2025 by FPG

Commissie schuift verantwoordelijkheid af op lidstaten, die mogelijk €87 miljard tekort moeten opvangen om landbouwsteun in stand te houden.

Brussel, 16 juli 2025 - De European Landowners’ Organization (ELO) beschouwt het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de jaren 2028 tot 2034, dat vandaag door de Europese Commissie is voorgesteld, als een breuk met de kerntaken van de EU ten aanzien van de landbouwsector.

Het voorstel stelt de landbouw - een sector die op EU-niveau wordt gereguleerd, zoals vastgelegd in het EU-Verdrag - op gelijke voet met beleidsterreinen die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen. Bovendien laat het een tekort van €87 miljard open, enkel om het huidige steunpeil te handhaven. Minder geld, meer uitdagingen, minder eenheid, meer verwarring.

Minder geld, meer uitdagingen

Het voorstel verhoogt het MFK na 2027 tot €1.816 biljoen, wat overeenkomt met 1,26% van het bruto nationaal inkomen (BNI) van de EU, tegenover 1,13% in de huidige periode. Wanneer echter de terugbetalingen voor het post-COVID-herstelplan (NextGenerationEU) worden meegerekend, daalt dit effectief tot 1,15%. Er wordt bovendien meer ingezet op eigen middelen als bron van inkomsten. Dit vertaalt zich echter niet in een groter budget voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Slechts iets meer dan €300 miljard is gereserveerd voor boeren, wat neerkomt op een verlaging van circa 30% in reële termen (gecorrigeerd naar 2025-prijzen), zelfs als de Commissie het belang van de landbouwsector voor de autonomie, veiligheid en leefwijze van de EU erkent.

Al in de huidige periode is het GLB-budget in reële termen gekrompen, terwijl boeren te maken hebben met toenemende inkomensdruk en steeds strengere regelgeving. Deze uitdagingen zullen alleen maar toenemen door klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en geopolitieke instabiliteit. Naarmate de frequentie en intensiteit van natuurrampen toeneemt, verschuift de focus steeds meer naar crisisrespons in plaats van preventie en paraatheid. Terwijl die juist essentieel zijn om de weerbaarheid te vergroten. Het aanpakken van deze problemen vereist méér middelen en grotere stabiliteit, niet minder, zoals nu wordt voorgesteld.

Minder eenheid, meer verwarring

Het nieuwe voorstel brengt de programmering en uitvoering van het GLB onder in het fonds voor “Nationale en Regionale Partnerschappen” (NRP), dat in totaal €865 miljard omvat. Hoewel het idee van een “strategisch partnerschap” tussen fondsen niet nieuw is, lijkt deze volledige integratie een ingrijpende stap die het GLB in gevaar kan brengen, tenzij een zekere autonomie en onafhankelijkheid behouden blijft.

Het GLB is een van de meest gevestigde en diep geïntegreerde beleidskaders van de EU, gebaseerd op een langdurig systeem van gedeeld beheer tussen de EU, lidstaten en regio’s, ten gunste van begunstigden op het platteland. Het biedt stabiliteit en een gemeenschappelijke basis doordat het minder onderhevig is aan kortetermijnpolitiek op nationaal niveau. Het samenvoegen van GLB-financiering (EAGF en ELFPO) met programma’s voor andere sectoren zal waarschijnlijk leiden tot een complexere bestuursstructuur, meer onzekerheid, vertragingen en een groter risico op het bevoordelen van kortetermijnpolitiek ten koste van langetermijnsteun voor boeren. Op termijn kan dit plattelandsbegunstigden, die nu al opereren onder moeilijkere omstandigheden en met minder middelen, nog verder marginaliseren.

Bovendien vormt het voorstel een veel radicalere hervorming dan de geleidelijke aanpak die de afgelopen maanden werd bepleit. Het geeft lidstaten aanzienlijk meer flexibiliteit. Niet alleen omdat meer landbouwmaatregelen onder cofinanciering vallen, maar ook doordat het voorstel veel minder voorschrijvend is. Het vertrouwt erop dat lidstaten de leemtes invullen en boeren de zekerheid bieden die zij nodig hebben.