Federatie Particulier Grondbezit

GLB: richting meer eigen invulling lidstaten

22 oktober 2020 door FPG

Zowel het Europees Parlement als de Raad van EU landbouwministers bepaalden deze week hun definitieve positie over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

Zowel het Europees Parlement als de Raad van EU landbouwministers bepaalden deze week hun definitieve positie over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Na jaren van overleg brengt dat een nieuw beleid vanaf 2023 dichterbij. Hiermee komt ruimte voor meer eigen invulling door lidstaten van het beleid. Dat geldt bijvoorbeeld bij de nieuwe ecoregelingen en de mogelijkheid voor overheveling budget voor directe inkomenssteun naar plattelandsontwikkelingsprogramma’s. Maar ook bij de keuze aan de lidstaten om gebruik te maken van maximering van bedrijfstoeslagen, ook wel capping genoemd.

Deze uitzonderingsmogelijkheden en opties voor nationale invullingbieden kansen, maar stellen ook serieuze vragen bij het gelijke speelveld binnen en tussen lidstaten.

Realiteitszin toegenomen

De ambitie van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid op het gebied van verduurzaming en maatschappelijke thema’s blijft groot. Mede vanwege budgettaire krapte is in de gevonden compromissen wel gezocht naar meer evenwicht tussen ambitie en budget. Maar nog steeds gaat Nederland fors achteruit qua inkomsten uit het landbouwbeleid door een verschuiving naar andere landen zoals eerder afgesproken door de Europese regeringsleiders.

De grote ambities voor het landelijk gebied zien we zowel in eigen land als in Brussel alsmaar sterker worden. Vaak wordt daarbij verwezen naar het GLB als de belangrijke financieringsbron daarvoor. De nu bereikte compromissen laten zien dat hiervan maar beperkt sprake kan zijn.

Ecoregelingen

Voor verduurzaming is wel de introductie van ecoregelingen van belang. Dit betreft een verplichting om 20% van de directe inkomenssteun in een land te reserveren voor extra inspanningen voor klimaat, milieu, dierenwelzijn en landschap. Grondgebonden beloningen. Dat kan op basis van een nationaal keuzemenu. FPG is aangehaakt bij de nationale invulling hiervan.

Overheveling

Lidstaten krijgen in de voorstellen ook mogelijkheden om budget over te hevelen van hectarepremies (directe betalingen in de zgn eerste pijler) naar plattelandsbeleid (tweede pijler). Het Europees Parlement wil tot 12% overheveling mogelijk maken, terwijl de landbouwministers zelfs tot 25% willen gaan.

Capping losgelaten door ministers, nog niet door EP

In de oorspronkelijke voorstellen was een verplicht plafond voor directe inkomenssteun opgenomen van €100.000 per bedrijf. In de meerjarenbegroting, waarover de regeringsleiders op 21 juli overeenstemming bereikten, liet de EU al de verplichte capping los (zie hier).

FPG is blij dat de capping nu ook door de Europese landbouwministers is losgelaten. Het Europees Parlement wil nog wel een verplicht plafond met enkele uitzonderingen op basis van salariskosten en ontvangsten uit eco-regelingen. Dat zal dus nog tot debat leiden in Brussel.

Capping past niet bij de torenhoge ambities voor maatschappelijke diensten via het GLB waarop Nederland steeds heeft ingezet. Voor maatschappelijke diensten maakt het immers niet uit of bedrijven groot of klein zijn. Sterker nog, het zijn vaak juist de grote boerenbedrijven die aanjager zijn van vernieuwing en verduurzaming (zie hier – artikel landeigenaar). Dat zou door capping worden gedwarsboomd en afgestraft. De FPG vindt dat door strakke definities van landbouwgrond en “actieve boeren” de problemen al te ondervangen zijn en te voorkomen dat geld bij multinationals terecht komt.

Capping zal waarschijnlijk vrijwillig blijven, zoals het nu al in de bestaande wetgeving is. In het verleden is slechts door een handjevol landen beperkt gebruik gemaakt hiervan. Dit zal in de toekomst niet anders zijn. FPG zal dan ook in Nederland actief pleiten voor het niet gebruiken van de mogelijkheid. Naast het feit dat grote bedrijven net zoveel of zelf meer bijdragen aan duurzaamheid, draagt een dergelijke plafonnering bij aan een ongelijk speelveld in de EU en leidt het tot meer administratieve rompslomp.

Vervolg

Onderhandelingen tussen het Europees Parlement, Europese Commissie en Raad van EU landbouwministers zullen komende maanden plaatsvinden en het Brusselse proces afronden. Vervolgens zal na de Nederlandse verkiezingen een definitieve invulling gegeven moeten worden in het samenspel tussen een nieuwe Minister en Tweede Kamer.

Een lezenswaardige analyse vindt u ook in Nieuwe Oogst (hier).