Federatie Particulier Grondbezit

Instandhouding landgoederen als maatschappelijke plicht

21 januari 2022 door FPG

Als grondeigenaar heb je vermogen en kun je tegelijkertijd véél uitgeven. Dat lijkt vaak de veronderstelling te zijn in

anja-van-de-gronde-Gm6FjyarveI-unsplash

Particulier landgoed als lust én last

Als grondeigenaar heb je vermogen en kun je tegelijkertijd véél uitgeven. Dat lijkt vaak de veronderstelling te zijn in het politiek en maatschappelijk debat. Echter, dit beeld is niet juist. Het betreft een onterechte aanname waarbij een rechtstreeks verband wordt gelegd tussen het grote vermogen dat de eigenaar van grond of een landgoed heeft en een hoog besteedbaar inkomen. De realiteit is anders.

Het bezitten van een landgoed is alles behalve alleen maar lusten. Uiteraard is het wakker worden in de vrijheid van de bossen of genieten van de reeën in het veld puur genieten en een rijkdom op zich. De keerzijde is dat dit alles ook actief onderhouden dient te worden om het in stand te kunnen houden. De meeste landgoederen zijn opengesteld voor publiek om er gezamenlijk van te kunnen genieten. Maar dan moeten bijvoorbeeld de paden en routes wel veilig zijn en moet afval niet in de natuur blijven slingeren.

Op landgoederen worden al eeuwenlang functies met oog voor de volgende generaties met elkaar verbonden: economie, ecologie en erfgoed. Dit is exact wat Nederland nu nodig heeft in de stikstofcrisis, de landbouwtransitie en de klimaatopgaven. De huidige vraagstukken vragen om goed rentmeesterschap, met gevoel voor de volgende generatie en combinatie van opgaven.

Bevroren vermogen

Het onderhoud en het verduurzamen van een monumentaal landhuis is bijna een dagtaak en gebonden aan strenge regels. Daarnaast ligt een belangrijke taak dat de historische bossen en natuurgronden klimaatbestendig moeten worden. Tegelijkertijd is het landgoed afhankelijk van de inkomsten die meestal gegenereerd zijn op eigen grond en soms een deel overheidssubsidie of lening.

Landgoederen gebruiken economische dragers om onrendabele diensten en gebruiksvormen te kunnen betalen. Het heeft veelal geen donateurs, inkomsten uit contributies of erfenissen van derden. Daarnaast ligt het vermogen van een landgoed vast in de grond of de stenen, niet in de portemonnee. Ditzelfde geldt voor het maatschappelijk en historisch kapitaal en moet worden gezien als ‘bevroren vermogen’.

Geen enkele landgoedeigenaar wil de laatste generatie zijn die het landgoed in stand wist te houden. Je kan stellen dat het hebben van een landgoed geen bezit is, maar dat de huidige generatie erop past voor de volgende. Dat gaat dan meer over emotie en plichtsbesef. 

Maatschappelijke diensten

Landgoederen leveren verschillende maatschappelijke diensten zoals een visitekaartje voor gemeenten, een trekpleister voor recreanten en toeristen, werkgelegenheid, een rustgebied voor flora en fauna of het leveren van land- en streekproducten (hout, groente en fruit, zuivel en vlees van lokaal vee en/of wild).

Particuliere landgoederen zijn maatschappelijke ondernemingen Ze worden gekenmerkt door hun integrale, bij voorkeur zelfredzame en vaak circulaire werkwijze. Veel eigenaren voeren al generaties lang de regie, zijn emotioneel sterk verbonden met hun omgeving en bieden continuïteit. Deze werkwijze is kenmerkend voor landgoederen en leidt tot veel maatschappelijke waarden.

Al deze maatschappelijke opgaven worden niet zonder slag of stoot gerealiseerd. Elke generatie heeft te maken met een veranderlijke omgeving in zowel in wet- en regelgeving als maatschappelijke opinie. Dit vergt een constant aanpassingsvermogen van de landgoederen om het historische gebied te kunnen beheren, te behouden en te herstellen.

Landgoedeigenaren zijn creatieve ondernemers en landgoederen zijn hun multifunctionele en maatschappelijke ondernemingen met de overheid en samenleving als directe afnemer. Eigenaren opereren veelal zonder winstoogmerk, maar hebben de opdracht om het landgoed mooi en gezond door te geven naar de volgende generatie én te zorgen dat iedereen ervan kan blijven genieten.