Federatie Particulier Grondbezit

Leren van het verleden om de toekomst te ontwerpen

5 november 2025 door BPG

Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de BPG op 5 november in Kasteel Heeze presenteerde prof. dr. Elyze Storms-Smeets (Wageningen Universiteit en Radboud Universiteit) haar visie op de toekomst van Nederlandse landgoederen. Onder de titel ‘Leren van het verleden om te ontwerpen aan de toekomst’ benadrukte zij dat historisch inzicht een onmisbare basis vormt voor het ontwikkelen van veerkrachtige landgoedlandschappen in Hoog Nederland.

Elyze Storms-Smeets richtte de aandacht vooral op de toenemende waterproblematiek, die zich uit in zowel droogte als wateroverlast. Droogte tast funderingen van historische gebouwen aan, beschadigt tuinen en parken en verhoogt het risico op natuurbrand. Wateroverlast zorgt juist voor erosie, het wegspoelen van vruchtbare gronden en schade aan erfgoedcollecties. Volgens haar biedt deze dubbele uitdaging niet alleen zorgen, maar ook kansen: door opnieuw te kijken naar de manier waarop vroegere generaties met water omgingen, kunnen huidige vraagstukken beter worden aangepakt.

Daarnaast benadrukte zij dat ieder landgoed een eigen ontstaansgeschiedenis, functie en sociale context heeft. Nederlandse buitenplaatsen waren van oorsprong multifunctionele landschappen waar wonen, productie, cultuur en gemeenschapsleven samenvielen.  Prof dr. Storms-Smeets liet zien hoe regionale verschillen in taal, geloof en territoriale ontwikkeling hun stempel hebben gedrukt op de manier waarop landgoederen zich door de eeuwen heen hebben aangepast. Juist deze historische gelaagdheid biedt volgens haar waardevolle handvatten voor beheer en ontwerp in het heden.

Een belangrijk onderdeel van haar betoog ging over het benaderen van landgoederen als ‘erfgoedensembles’. Daarmee doelt zij op de onderlinge samenhang tussen hoofdgebouw, bijgebouwen, waterstructuren, akkers, bossen en tuinen, én op de sociale structuur waarin eigenaren, pachters, vrijwilligers en dorpsbewoners gezamenlijk functioneren. Ze pleitte ervoor om die samenhang centraal te stellen in beleid en beheer. Alleen wanneer het landgoed als een levend systeem wordt gezien, kan het zijn maatschappelijke betekenis behouden én zich verder ontwikkelen.

Als voorbeeld noemde zij het project Brabantse Watermolenlandschappen langs de Dommel, waarin historisch waterbeheer wordt ingezet om hedendaagse duurzaamheidsopgaven te ondersteunen. Historische praktijken zoals irrigatie, gecontroleerde overstroming en het gebruik van waterkracht blijken nog steeds waardevolle inzichten te bieden voor robuuste, toekomstbestendige oplossingen.

In haar slotwoord riep zij eigenaren, overheden en onderzoekers op nauwer samen te werken aan de toekomst van het landgoedlandschap. Een goed uitgevoerde cultuurhistorische analyse vormt volgens haar de basis voor effectief beheer en doordacht beleid. “Ken uw landgoed,” aldus Elyze. “Gebruik het verleden als kompas voor de toekomst.” Door gezamenlijke inzet en co-creatie kunnen landgoederen blijven meebewegen met veranderende omstandigheden en hun waarde behouden voor komende generaties.