Federatie Particulier Grondbezit

Ook Eerste Kamer stemt in met Aanvullingswet grondeigendom

18 maart 2020 door FPG

Op dinsdag 10 maart heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Aanvullingswet

Op dinsdag 10 maart heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Aanvullingswet grondeigendom. Met het wetsvoorstel wordt een aantal instrumenten van grondbeleid opgenomen in het stelsel van de Omgevingswet, zoals onteigening, landinrichting en kavelruil.

Kennisgeving bij onteigening

Aan de stemming ging op 3 maart een Kamerdebat vooraf. Ook de Senaat was op zoek naar de balans in het wetsvoorstel tussen beschermen en benutten van grond. Senatoren vroegen daarbij met name aandacht voor specifieke punten van de uitwerking van de wet.
Kritische vragen kwamen daarbij voornamelijk van de heer Van Dijk (SGP), onder andere over de kennisgeving bij onteigening. Minister Van Veldhoven antwoordde dat de overheid zich moet inspannen om rechthebbenden te bereiken, maar ook als dat niet lukt is onteigening wel mogelijk. Ook vroeg Van Dijk zich af waarom via de nieuwe onteigeningsprocedure zowel de bestuursrechter als de burgerlijke rechter betrokken wordt, omdat de Raad van State adviseerde te kiezen voor één instantie (zie ook onteigeningsblog.nl). Meer over het debat vindt u ook hier.

Lobby voor rechtsbescherming

Voor FPG is essentieel dat rechtsbescherming bij onteigening en beperking van het voorkeursrecht goed zijn geregeld. Onze eerdere lobby daarvoor, samen met LTO, heeft tijdens de behandeling in de Tweede Kamer resultaat gehad (zie ons artikel hier). Daarbij pleitte FPG onder andere voor behoud van een volle toetsing bij de bestuursrechter bij onteigening. De Kamer nam een amendement daarover van SGP aan, tegen het advies van de minister. Ook werd de duur van het voorkeursrecht beperkt (met een heroverweging na vijf jaar) en de regels voor onteigening aangescherpt. Volgens Peter Overwater en Diana Frikkee (in De Landeigenaar maart, zie hier) is naast deze wijzigingen vooral sprake van oude wijn in nieuwe zakken, waarbij het grondrecht op eigendom niet in gevaar lijkt.