Federatie Particulier Grondbezit

Kamerdebat over Bomenplan blijft steken in ambitie

30 juni 2020 door FPG

Vorige week besprak de Tweede Kamer het Nationaal Bomenplan

Vorige week besprak de Tweede Kamer het Nationaal Bomenplan van GroenLinks en SP (klik hier voor het verslag). In de Kamer bleken de ambities voor nieuw bos opnieuw groot. Met het Bomenplan pleiten GroenLinks en SP in een initiatiefnota voor 100.000 hectare nieuw bos in Nederland. Hiermee doen ze een flinke schep bovenop de bossenstrategie van minister Schouten, die uitgaat van 37.000 hectare nieuw bos. Opvallend hierbij is dat beide ambities vrij willekeurig zijn en dat de praktische en financiële realiteit van de plannen onderbelicht blijven.

Loze ambities?

FPG is blij met de aandacht en waardering voor bos. FPG ziet op beperkte schaal ook goede mogelijkheden voor meer bos, bijvoorbeeld op (nieuwe) landgoederen. De financiële realiteit en de praktische uitvoerbaarheid van de Haagse en provinciale plannen is echter nog ver te zoeken. Zonder duidelijkheid over de middelen zijn de grote ambities enkel fraai op papier. Als de overheid eigenaren wil motiveren om nieuw bos aan te leggen, dan zal het financiële plaatje moeten kloppen. Het vraagt daarnaast een realistische kijk op de verdeling van de schaarse ruimte. Het commentaar van FPG op de bossentrategie is daarmee onverkort ook van toepassing op het bomenplan. 

Miljarden voor nieuw bos

De investeringskosten voor de aanleg van 100.000 hectare bos worden door SP en GL geschat op ruim drie miljard euro (zie hier). Daarbij zijn de kosten voor afwaardering van grond en de aanleg- en onderhoudskosten meegenomen. SP en GL kijken hiervoor naar provinciale SNL-fondsen, de SDE++-regeling, natuurgelden van het Rijk, stikstofgelden en Europese GLB-middelen. Dit zijn echter allemaal regelingen die nu al in belangrijke mate zijn belegd. Tweemaal uitgeven lukt helaas niet dus ook hier blijft het geld het grote vraagteken.

FPG en de Unie van Bosgroepen inventariseren kansen voor nieuw bos

FPG hecht eraan dat, wanneer er overheidsgelden naar natuur gaan, particuliere terreineigenaren hier evenredig bij betrokken worden. Waar de overheidsplannen raken aan doelstellingen van particuliere terreineigenaren liggen kansen. Met dit in gedachte inventariseert FPG de kansen voor nieuw bos op particuliere terreinen. Dit doen wij in samenwerking met de Unie van Bosgroepen.

Bij deze inventarisatie brengen wij de potentie voor nieuw bos op particuliere terreinen in beeld. Hierbij benadrukt FPG dat een uitsluitend ecologische analyse van het potentieel een vruchteloze exercitie is. De kansen liggen uiteindelijk daar waar overheidsplannen raken aan plannen en ambities van de eigenaar. Daarom gaat FPG bij deze inventarisatie vooral in gesprek met haar leden. Zo worden niet alleen de ambities en kansen voor nieuw bos in beeld gebracht maar wordt vooral duidelijk wat nodig is om deze ambities te realiseren, zowel financieel als beleidsmatig.

Toenemende gronddruk noopt tot realisme

Daarnaast wijst FPG erop dat de gronddruk in Nederland met de dag toeneemt. De grote opgaven waar Nederland voor staat, hebben allen hun beslag op de nu al schaarse ruimte. FPG benadrukt dan ook het belang van het combineren van functies en een realistische kijk op ruimtelijk ambities. De zeer moeizame realisatie van het Natuurnetwerk Nederland bewijst eens te meer dat de overheid moet stoppen met wensdenken.

Moties bedreigen vrijheid in beheer en respect voor eigendom

Tijdens de behandeling van het Nationaal Bomenplan in de Tweede Kamer zijn verschillende moties ingediend die raken aan het economisch aspect van houtproductie en de vrijheid in beheer van de eigenaar. FPG is met het oog op de bossenstrategie zeer scherp op deze aspecten (lees hier ons standpunt voor de bossenstrategie)

Motie: Alles natuurbos

Tijden het debat diende Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren om een groot deel van het multifunctionele bos aan te wijzen als natuurbos, zonder commerciële functies. FPG is hier zeer fel tegen gekant. Deze motie ondergraaft het economisch belang van houtproductie en vormt een ingrijpende beperking in de beheervrijheid van de eigenaar. FPG is dan ook blij dat Minister Schouten deze motie stellig heeft ontraden door aan te geven dat deze motie veel te ver gaat.

Motie: beperking kapvlakte

Ditzelfde geldt voor de motie van Wassenberg voor een verbod op kaalkap als verjongings- of houtoogstmaatregel. Ook hierbij liet minister Schouten weten dat deze motie te ver gaat. Daarbij benadrukte zij dat houtoogstmaatregelen binnen de nieuwe bossenstrategie zeker niet worden uitgesloten en dat hier mogelijk kaalkap voor nodig is. Ook dit stemt FPG optimistisch, hiermee lijkt de minister oog te hebben voor de verschillende functies die boseigenaren in het bos combineren, hierbij is houtoogst een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering. Voor FPG is vrijheid in beheer een belangrijk aspect, de omvang van de kapvlakte moet naar inzicht van de eigenaar worden bepaald. Goede oplossing is voorst dat de Kamer na aanname van een alternatieve motie meer onderzoek zal doen de gevolgen van vlaktekap.

Motie: Onderzoek naar ecologische gevolgen vlaktekap

Met het oog op het gebruik van grotere kapvlakte is de minister wel ingegaan op de motie van SP-kamerlid Beckerman met het verzoek om onderzoek uit te voeren naar de ecologische gevolgen van vlaktekap. Minister Schouten heeft hierbij aan dat zij het onderzoek zal laten uitvoeren maar dat dit onderzoek de presentatie van het bossenstrategie niet zal vertragen. FPG wacht de resultaten van dit onderzoek af en wordt daar tezamen met VBNE graag bij betrokken. FPG zal daarbij benadrukken dat de eigenaar in vrijheid het beheer vorm moet kunnen geven, grotere kapvlakten kunnen hier een onderdeel van uitmaken.

De moties en de uitslag van de stemmingen vindt u hier

Provincies vergeetachtig

Naast de nationaal geformuleerde ambities, formuleren ook de meeste provincies hun eigen varianten. Dit gebeurt overigens vaker niet dan wel in samenhang met de nationale bossenstrategie. In de provinciale plannen wordt vaak gezocht naar mogelijke kansen voor bomen op landbouwgrond en hoe dit gestimuleerd kan worden. Daarbij lijkt vergeten dat provincies binnen het GLB al de mogelijkheid hadden om bomen op landbouwgrond te stimuleren. Binnen de huidige POP-3 konden provincies in het kader van het Programma voor Plattelandsontwikkeling (artikel 21, hier) een stimuleringssubsidies voor agroforestry openstellen. Er is echter geen enkele provincie die hier gebruik van heeft gemaakt, een gemiste kans. Met de overbruggingsperiode naar het nieuwe GLB krijgen provincies binnenkort mogelijk een herkansing.