Federatie Particulier Grondbezit

Reactie FPG Hoofdlijnenbrief stikstofaanpak: saneren helpt Nederland niet uit stikstofcrisis

4 april 2022 door FPG

Aan ondernemers, grondeigenaren en beheerders die juist in het landelijke gebied willen investeren biedt het

Aan ondernemers, grondeigenaren en beheerders die juist in het landelijke gebied willen investeren biedt het kabinet maar weinig perspectief, zo reageert de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) op de hoofdlijnenbrief over de aanpak van de stikstofcrisis die het kabinet vrijdag 1 april jl. naar de Kamer stuurde.

Ook voor FPG staat de noodzaak om de kwaliteit van natuur en omgeving te verbeteren vast. We leven echter in een druk land waar keuzes gemaakt moeten worden. Er is sprake van afwenteling. Meer woningen, infrastructuur, industrie en de energietransitie zijn nodig maar moet kennelijk vanuit het landelijk gebied mogelijk worden gemaakt met als belangrijkste instrument opkoop. Als voorbeeld noemt FPG dat innovatie en verbetering van management niet worden uitgewerkt. Het kabinet noemt ook evenredigheid van inzet door sectoren om stikstofruimte te maken maar vult dat niet in.

De leden van FPG investeren met landgoederen, agrarische bedrijven en losse grond soms al eeuwenlang in een mooi en gezond landelijk gebied. Met oog voor de volgende generaties verbinden zij economie, natuur en erfgoed. Dit is exact wat Nederland nu nodig heeft in de stikstofcrisis, de landbouwtransitie en de klimaatopgaven.

Het verdienmodel van investeringen van FPG leden berust op de opbrengst van grond met name door landbouw en bosbouw. Pachtinkomsten zijn hierbij voor een groot aantal particuliere grondeigenaren belangrijk. Deze worden veelal gebruikt voor de instandhouding, herstel en de ontwikkeling van natuur en het cultuurhistorisch landschap. Iets waar we dagelijks van kunnen genieten.

FPG mist in de Hoofdlijnenbrief de juiste randvoorwaarden en waarborging om te kunnen blijven investeren. Daarentegen kiest het kabinet vooral voor opkoop en sanering in plaats van voor innovatie en vernieuwing. Dat is een enorme economische aderlating voor het landelijk gebied. Het verdienvermogen van bedrijven, grondeigenaren en beheerders van het landelijk gebied dat nodig is voor investeringen in een betere kwaliteit van natuur en omgeving wordt aangetast. Er is juist perspectief nodig door innovaties en ruimte voor nieuwe verdienmodellen.

Met opkoop en sanering worden die economische pijlers aangetast. Het kabinet toont daarbij weinig visie op alternatieven voor landbouwproductie, zoals meer ruimte voor bijvoorbeeld combinaties met energieproductie, wonen en recreatie. FPG vindt dat het kabinet een breder perspectief moet schetsen over de ruimte voor pachters en grondeigenaren om in en na de transitie geld kunnen blijven verdienen.

Onwrikbare kaders

FPG ziet in de brief een volgende stap naar een dwingender van boven af opgelegde aanpak. De kaders voor de gebiedsgerichte aanpak lijken door het Rijk en de provincies op voorhand onwrikbaar te worden vastgenageld. Dat legt een zware wissel op ondernemers en eigenaren om zelf te komen met passende oplossingen. Door bovendien herhaaldelijk vrijwillige medewerking te ontkrachten door de mogelijkheid van onteigening te benadrukken, wordt de legitimiteit van de bedrijfsuitoefening en de bescherming van eigendomsrechten behalve juridisch ook moreel ter discussie gesteld. Daarmee is de kans op tegenstellingen, verlies van draagvlak en een verdere juridificering groot met alle vertraging en frustratie voor betrokkenen.

FPG roept het kabinet en provincies op om gebiedsprocessen van onderop serieus te nemen door hen aan het begin van de uitwerking te betrekken en uit te nodige zelf met voorstellen te komen. Daarbij is onvermijdelijk dat transities, zeker in het landelijk gebied waar een ander gebruik van grond en natuurontwikkeling aan de orde is tijd kost en niet van vandaag op morgen kan worden gerealiseerd. Het kabinet lijkt door de druk van de stikstofcrisis deze realiteit uit het oog te verliezen.

Grondgebonden landbouw in landschapsgronden

FPG is voorstander van een meer grondgebonden landbouw maar dan wel met behoud van economische perspectieven voor de agrarische bedrijven. Het opkopen van grond door de overheid helpt hierbij niet, is ondoelmatig en bovendien onnodig. Beter is het om bedrijven te ondersteunen om te extensiveren met behoud van economisch perspectief door het aanbieden van financieringsmogelijkheden.

Ook helpt het als wordt ingezet op verbreding door ruimte voor wonen, recreatie, enzovoort. Boeren moeten zelf ondernemer kunnen blijven. Landschapsgronden kunnen daar zeker een rol in spelen. Welke functie die gronden in de bedrijfsvoering moeten krijgen is afhankelijk van de aard en kwaliteiten van het gebied. Een ander agrarisch grondgebruik is niet altijd nodig en is het voldoende als bedrijven extensiveren. In een gebied zullen dan wel doorgaans anders bedrijven moeten worden verplaatst. Stoppende ondernemers zullen alternatieven moeten hebben. De stikstofemissie komt immers vooral uit de gebouwen en is maar beperkt vanwege de teelt van gewassen. In andere gebieden zijn combinaties van melkveehouderij met natuurontwikkeling en natuurbeheer perspectiefvol. Wel zullen passende beheerpakketten en -vergoedingen nodig zijn.

FPG vraagt het huidige stelsel van agrarisch natuurbeheer daarop te beoordelen en aan te passen. Ook vraagt FPG er voor te zorgen dat landschapsgronden een landbouwbestemming houden om te voorkomen dat deze niet meer voldoen aan de Europese eisen om in aanmerking te komen voor GLB subsidies.